Het midden- en kleinbedrijf heeft het moeilijk tijdens de coronacrisis. De overheidssteun blijkt niet voldoende.

Kleine en middelgrote bedrijven hebben weinig kunnen profiteren van de ‘corona-kredieten’. Van de bijna 400.000 bedrijven met twee tot vijftig medewerkers die Nederland telt, belden naar schatting tienduizenden de bank voor een extra lening. Maar slechts een paar duizend kregen daadwerkelijk een noodkrediet, voor in totaal 650 miljoen euro. Ter vergelijking: de grote bedrijven kregen in totaal 11 miljard euro uitgeleend.

“Het was eigenlijk geen crisisregeling”, zegt Leendert-Jan Visser, directeur van MKB-Nederland. “De beoordeling door de banken voor een extra lening bleek niet anders dan normaal.” Het kabinet had kunnen weten dat de regeling niet ideaal is voor kleine bedrijven, blijkt uit een reconstructie door platform voor onderzoeksjournalistiek Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer.

“Ik heb meteen tegen het ministerie gezegd: dit gaat niet werken voor kleine ondernemers”, zegt Patty Zuidhoek van Triodos Bank. Het gaat om de zogenoemde Borgstelling MKB-kredieten (BMKB), een al bestaande kredietregeling. De overheid staat bij BMKB-kredieten normaal gesproken garant voor ongeveer de helft van die lening en breidde dat aandeel vanwege de omstandigheden uit naar ongeveer twee derde.

“De coronacrisis is een erkende toegangspoort naar deze kredieten”, zegt minister Eric Wiebes van financiën in maart over de lening. Ook staatssecretaris Mona Keijzer van economische zaken is enthousiast. Ze zegt dat bedrijven nu “tegen aantrekkelijke voorwaarden geld kunnen krijgen om de moeilijke tijd die eraan komt te overbruggen”.

‘Een enorme administratieve rompslomp’

Maar het Centraal Planbureau meldde in een studie in 2015 al over de BMKB-regeling dat vooral grotere MKB-bedrijven er gebruik van maken. De banken eisen bij deze leningen onder meer een liquiditeitsprognose, maar in corona-omstandigheden is die vrijwel onmogelijk te maken. “De BMKB-regeling is een enorme administratieve rompslomp”, verzucht Lex van Teeffelen, lector financieel economische innovatie aan de Hogeschool Utrecht.

Ondernemers moeten ook aantonen dat zij het geld voor de korte termijn nodig hebben. Daarover zegt Wiebes: “Het wordt niet automatisch: u vraagt, wij draaien. Het gaat nog altijd om publiek geld.” Bankbestuurders benadrukken dat na enige tijd ook. De CEO van ABN Amro Kees van Dijkhuizen, meldt half april in NRC: “Belangrijk is dat we ook eerlijk tegen elkaar zeggen dat een deel van de ondernemers geen steun gaat krijgen. Dat vinden we vreselijk, maar we mogen mensen niet iets geven wat ze nooit meer kunnen terugbetalen.”

Een lening blijft immers een lening. De banken moeten controleren of de onderneming ‘in de kern gezond is’ en ‘continuïteitsperspectief’ heeft. “Het feit dat de overheid voor 67 procent garant staat, neemt niet weg dat het uiteindelijk wel terugbetaald moet worden”, zegt ook een beleidsmedewerker van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).

Dure risicobeoordeling is ondraaglijk

Ondernemersverenigingen VNO-NCW, MKB-Nederland en ONL roepen daarom al vanaf begin april om leningen met 100 procent staatsgarantie en een lange looptijd. Tevergeefs: met name het ministerie van financiën verzet zich ertegen. Deze staat erop “dat de kredietverstrekker een goede risicobeoordeling uitvoert”, zegt een woordvoerder van financiën.

Maar de dure risicobeoordeling door de banken maakt de leningen juist ondraaglijk voor kleine ondernemers. De BKMB-regeling wordt wel aangepast, eerst door de hoge provisie die bedrijven vooraf moeten betalen te verlagen, daarna wordt de liquiditeitstoets vervangen door een omzettoets. De versoepelingen hadden echter nauwelijks effect.

Als na een paar maanden ongeveer 3750 bedrijven een BMKB-lening hebben gekregen, concludeert Visser van MKB Nederland dat “de regeling fors is tegengevallen”. Ook een woordvoerder van de NVB zegt dat “iedereen wel kan zien dat het niet om heel spectaculaire aantallen gaat”.

Hoeveel bedrijven de BMKB-lening níet krijgen, weet de bankenvereniging niet. Wie in een vroeg stadium afhaakt wordt niet als aanvrager geregistreerd. Toch sprak alleen Rabobank eind maart al van 13.000 verzoeken om een noodkrediet. Belangenclub MKB-Nederland schat dat op dat moment al minstens 30.000 mkb’ers zich bij de banken hebben gemeld.

Kleine ondernemers wél ‘op het netvlies’

Het ministerie van economische zaken zegt inmiddels dat de BKMB-regeling slechts was bedoeld ‘om de kredietverlening op gang te houden.’ Op de vraag of de regeling aan de verwachtingen heeft voldaan, komt geen antwoord. Het ministerie benadrukt wel dat ze ‘ook direct de kleine ondernemer op het netvlies had, getuige bijvoorbeeld de TOGS-regeling’.

De TOGS-regeling is de eenmalige uitkering aan ondernemers van 4000 euro. Ook konden grote én kleine ondernemers een tegemoetkoming in de salariskosten aanvragen, en uitstel van belastingbetalingen krijgen en uitstel van aflossing voor hun eventuele kredieten bij de bank.

In mei kwam er alsnog extra hulp voor kleine bedrijven. Bedrijven kunnen nu tot 50.000 euro lenen met 95 procent staatsgarantie onder de Kleine Kredieten Corona-regeling. ‘Ik ga ervan uit dat we hiermee een oplossing hebben voor al die ondernemers die nu tevergeefs aankloppen bij de banken”, reageert Jacco Vonhof, de voorzitter van MKB-Nederland. Maar veel schade is dan al aangericht. Een op de vijf kleine ondernemers vreest de komende maanden alsnog een faillissement.

https://www.trouw.nl/economie/coronasteun-blijkt-voor-kleine-bedrijven-een-wassen-neus-te-zijn~be51974f7/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

https://www.groene.nl/artikel/een-molensteen-om-mijn-nek

Lees ook:

MKB-Nederland wil meer overheidssteun, want bedrijven kunnen nog altijd niet aan de slag.

Terwijl het onderwijs weer wat bewegingsvrijheid krijgt, moet het Nederlandse bedrijfsleven onverminderd met de beperkingen verder. Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland, pleit voor ruimere overheidssteun.