Wetgeving zakelijke financiering voor korte termijn kredietenapp.1848.nl – Deel
Het Ministerie van Financiën is op koers om brede wettelijke regelgeving voor zzp-ers/ micro ondernemers te ontwikkelen, op basis van verkeerde interpretatie van een onderzoeksrapport van de Universiteit Nijmegen “Niet-bancaire kredietverlening, een blik in de black box”.
Er wordt een beeld geschetst dat er excessen zijn in de gehele non-bancaire sector, terwijl dit onderzoek alleen gekeken heeft naar een heel specifieke (kleine) niche in de sector. Het gaat hierbij om korte termijn (<12 maanden) en kleine kredieten.
Minister maakt onterecht geen onderscheid tussen korte en lange termijn kredieten
In zowel het adviesrapport van de AFM, als de reactie van de Minister van Financiën die hierop gebaseerd zijn, wordt geen goed onderscheid gemaakt tussen de grote diversiteit en variatie aan aanbieders, financieringsproducten en doelgroepen in de non-bancaire mkb financieringsmarkt. Hierdoor ontstaat het risico dat er excessieve wetgeving wordt ontwikkeld die aan de gehele markt opgelegd gaat worden.
Uit de Kamervragen en reacties lijkt namelijk een beeld te komen dat de gehele non-bancaire financieringsmarkt problemen heeft met hoge rentetarieven en onvoldoende transparantie.
Dit komt ook terug in het AFM rapport met de misleidende titel “Mkb gebaat bij meer volwassen markt voor alternatieve financiering”.
Het AFM rapport is voornamelijk gebaseerd op een onderzoek van Nijmegen Universiteit “Niet-bancaire kredietverlening, een blik in de black box” waarin alleen gekeken is naar non-bancaire kredietverstrekkers die financieringen met korte looptijden aanbieden.
In de aanbiedingsbrief van 27 oktober 2020 wordt hierin heel duidelijk aangegeven dat de conclusies en het onderzoek alleen gelden voor de 13 aanbieders (waarvan 4 buitenlandse) die korte termijn kredieten verstrekken in Nederland.
Het onafhankelijke onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van de Radboud Universiteit. Het doel van het onderzoek is om een beter beeld te schetsen van de markt van niet-bancaire kredietverstrekkers en meer inzicht te bieden in de voorwaarden, waaronder kosten, die door de kredietverstrekkers worden gehanteerd. Het onderzoek richt zich specifiek op niet-bancaire kredietverstrekkers die bij uitstek online zakelijke leningen en/of zakelijke kredieten aanbieden met korte looptijden. Zij worden hierna aangeduid als «kredietverstrekkers». Andere alternatieve financieringsvormen, zoals leasing en factoring, zijn buiten beschouwing gelaten. De analyse is gericht op kleine bedrijven met maximaal twintig werknemers die (relatief) kleine leningen aanvragen.
Actuele Kamervragen en antwoorden van de minister
In de meeste actuele reactie op vragen vanuit de Tweede Kamer, geeft Minister Kaag (Financiën), mede namens de minister van Economische Zaken en Klimaat antwoord op Kamervragen van het lid Amhaouch over het beschermen van kleine ondernemers bij zakelijke financiering:
Herkent u het beeld van de AFM dat kleine ondernemers, zoals zzp’ers, eenmanszaken of micro ondernemingen, kwetsbaar zijn, door hun beperkte kennis over of ervaring met financieringsvraagstukken, de afhankelijkheid van intermediairs, en het feit dat zij vaak persoonlijk garant staan voor zakelijke leningen? Bent u het met de AFM eens dat deze ondernemers zich hierin nauwelijks onderscheiden van consumenten?
De Minister reageert hierop met aan te geven dat er op dit moment onderzoek wordt gedaan naar wetgeving ter bescherming van zzp-ers en micro-ondernemingen:
Ik onderzoek op dit moment of het noodzakelijk en wenselijk is dat ook ondernemers bij wet worden beschermd. Allereerst is daarbij belangrijk om de vraag te beantwoorden of een eventueel wettelijk ingrijpen ook daadwerkelijk de geconstateerde zorgen adresseert.
Regulering moet bijvoorbeeld bijdragen aan een gedegen inschatting van de ondernemer, waarbij hij de gevolgen van de financiering kan overzien, of dient eventuele excessen in de kosten tegen te gaan. Een wettelijk ingrijpen moet vervolgens zorgvuldig worden gewogen. Sommige ondernemers kunnen immers gebaat zijn bij bescherming, maar anderen kunnen daar hinder van ondervinden en mogelijk beperkt worden in hun toegang tot krediet. Ook moet worden afgewogen of een wettelijke maatregel effectief is wanneer alleen Nederlandse kredietverstrekkers aan de eisen moeten voldoen.
Ik verwacht dit onderzoek medio 2022 te kunnen afronden en ik zal daarna uw Kamer hierover informeren.
Voorstander van zelfregulering
De Minister schrijft dat zij een voorstanders is van zelfregulering in de sector, maar alleen wanneer dit van hoogwaardige kwaliteit is er voldoende partijen zich daarbij hebben aangesloten:
Ik vind dat professionalisering van zelfregulering, alsmede een hoge aansluitgraad cruciaal zijn voor een goede werking van zelfregulering. Ik verwacht daarom van de sector dat zij de eerder in gang gezette zelfregulering verder ontwikkelt om tot een effectieve bescherming te komen van kwetsbare ondernemers. Medio 2022 zal ik bezien of de stappen die daartoe zijn gezet, voldoende vertrouwen geven in een goed functioneren van zelfregulering. Zo niet, dan overweeg ik wetgeving.
Afspraken voor korte termijn zakelijke financiering
Op dit moment loopt een traject waarbij de korte-termijn financiers onderling tot afspraken voor zelfregulering proberen te komen.
Hierbij is het doel dat er onderling sterke (afdwingbare) afspraken gemaakt gaan worden om de ondernemer te beschermen voor eenmalige en/of korte termijn financieringen. Wanneer deze afspraken sterk genoeg zijn en er voldoende aanbieders zich er aan conformeren, dan kan dit een reden zijn voor de Minister om geen regelgeving in te voeren.
Bestaande zelfregulering voor MKB
Daarnaast heeft de NVB de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering (die dit jaar geëvalueerd en herzien wordt) en beheerd SMF de Gedragscode MKB Financiering die ook dit jaar herzien gaat worden
Beide Gedragscodes richten zich op structurele financiering voor de ondernemers. Deze Gedragscodes zijn zo goed mogelijk op elkaar afgestemd en op termijn zou het prettig zijn voor ondernemers als hiervoor 1 gezamenlijke Gedragscode voor mkb ondernemers ontwikkeld gaat worden. |