“Techniek speelt een belangrijke rol in de winkel van de toekomst”, voorspelt Harry Bijl, die als innovatie-expert werkt bij brancheorganisatie Koninklijke INretail. Hij beseft dat meebewegen uitdagend kan zijn voor kleinere ondernemers en traditionele winkeliers. “Maar toch is mijn advies: ga terug naar de tekentafel. Ontdek wat er speelt, sta open voor vernieuwing en kom los van je oude patronen. Ook met een klein budget kun je vernieuwen. Houd de ontwikkelingen in de gaten en haal daaruit wat bij jou en je klanten past.”
Trends volgen
Bijl zelf gaat graag op pad, ook in Nederland, om met eigen ogen te zien wat er gebeurt onder retailers. Over de grens vindt hij bijvoorbeeld New York en Shenzen interessante steden. “In New York spelen denk ik de hoeveelheid mensen en de prestatiedrang een rol. Onder die druk zie je eerder nieuwe ontwikkelingen ontstaan. China is erg interessant vanwege de vele digitale impulsen.” Dichterbij huis noemt Bijl het voorheen grauwe Warschau. Die stad is door investeringen en de komst van creatievelingen en horecaondernemers opgebloeid.
Toch hóef je als ondernemer de wereld niet rond om op de hoogte te blijven, stelt Bijl die zelf ook al enige tijd geen vliegtuig heeft gezien. “Vanwege corona blijf ik nu vooral via YouTube, webinars en nieuw leesmateriaal op de hoogte van trends.”
Nieuwe trends naar Nederland
Nieuwe ontwikkelingen dienen zich wereldwijd continu aan in de retail, toch is niet iedere trend een lang leven beschoren. Van deze zeven trends heeft Bijl hoge verwachtingen.
1. Superspecialisatie
“Een van de trends die je in het buitenland ziet, en inmiddels ook al in Nederland, is de superspecialisatie”, vertelt Bijl die met voorbeelden komt. “Niet naar de kapper, maar naar de Dry Bar waar je haar alleen maar wordt geföhnd en in model gebracht. Niet naar de dierenwinkel, maar naar Cat’s Place, waar ze werkelijk alles hebben voor je kat. In steeds meer vormen zie je winkels die zich specialiseren en daar heel ver in gaan. In Amsterdam zit bijvoorbeeld De Balkonie, dat een speciaal assortiment heeft voor het inrichten en gezellig maken van een balkon.”
Een ander Nederlands voorbeeld kent Bijl in Den Bosch: Whiskyslijterij De Koning. De eigenaar verkoopt liefst 1.665 verschillende whisky’s en heeft daarnaast onder meer lectuur, glaswerk en samplesets in zijn zaak.
2. Online in fysieke winkel
Het onmiskenbare geluid van kledinghangers die vluchtig worden verschoven. Snuffelen tussen rekken vol hippe shirts en broeken blijven je klanten doen. Nieuw is dat ze daarbij ook hun telefoon gebruiken. Een app geeft info en beantwoordt vragen. Welke maat broek past bij mijn lijf? Waar is hij eigenlijk geproduceerd en met welke materialen? En dat ene shirt, is dat er nog in mijn maat? Klanten kunnen hun mobiel ook gebruiken om af te rekenen en aankopen te laten bezorgen.
In China ziet Bijl ook veel livestream selling. “Gewoon, een lokale ondernemer die live gaat op bijvoorbeeld Alibaba. Klanten kijken mee terwijl de winkelier producten toont. Ze hoeven maar te klikken en ze kunnen kopen wat ze willen.”
In grote Chinese warenhuizen gaat de techniek nog verder. Tijdens het winkelen zien klanten in een groot aquarium zeevissen zwemmen. “Als ze trek krijgen, sturen ze via hun mobiel een bestelling door naar de keuken. Ze ontvangen een pushbericht als ze in het restaurant aan tafel kunnen. Daar bezorgt een robot vervolgens hun vis.”
3. Dichtbij de klant
Door het enorme gemak kopen veel consumenten geregeld bij grote online shops. Een product retourneren of ruilen geeft met regeltjes, dozen, retourlabels en verzendkosten dan weer wel gedoe. Met kleine servicewinkels in stadcentra kunnen bedrijven hun klanten beter helpen en het vrachtverkeer en milieu ontlasten. In deze shops wordt niets verkocht. Klanten kunnen er wel bestellen, ruilen, vragen stellen of ter plaatse kleine reparaties laten uitvoeren. “In Amerika is Nordstrom Local een mooi voorbeeld.” In Nederland hebben onder andere Coolblue en Belsimpel al fysieke winkels.
Op dezelfde manier werken grote bedrijven aan naamsbekendheid en klantenbinding. “Als je een klein modezaakje ziet van een bedrijf dat online een enorm aanbod heeft, dan ontstaat er eerder binding tussen een klant en een merk.”
In dezelfde stroom ziet Bijl ‘city-varianten’ ontstaan van winkelketens die de consument nu nog voornamelijk kent van grote vestigingen. Hij noemt Praxis, Ikea en meubelmerken Xooon en Rivièra Maison. “Zo zie ik ook tuincentra met kleine vestigingen de binnenstad in trekken met een aangepast assortiment.”
4. Health & Beauty
Waar verschillende traditionele winkels het zwaar hebben en leegstand in stadscentra toeneemt, zorgt een almaar groeiende sector wellicht voor goed nieuws. Want steeds meer ondernemers die zich bezighouden met gezondheid en schoonheid vestigen zich tussen de winkels. Die beweging is in Amerika volop zichtbaar en krijgt ook in Nederland voet aan de grond.
Bijl ziet verschillende soorten: “Sportscholen, schoonheidssalons, yogastores, zelfs city spa’s. Voorheen was een bezoek aan dit soort gelegenheden enigszins anoniem, nu gebeurt dit op publieke plekken. In Amerika zie je overdekte winkelcentra met middenin complete marktpleinen die zijn ingericht rond beauty. Nagelsalons, browbars, harsbars, noem maar op.”
5. Personal shopping
Met winkelen op afspraak is in Nederland tijdens de coronacrisis min of meer noodgedwongen een vorm van personal shopping ontstaan. “Maar ook voor corona was deze trend al overgewaaid.” Bijl is er zeker van dat het een blijvertje is, zoals het fenomeen in Engeland en de VS al jaren een succes is “Het werkt voor bepaalde winkels en klanten heel prettig.” Personal shopping geeft klanten gelegenheid om met de volle aandacht van een toegewijde winkelmedewerker op zoek te gaan naar de kleding of bijvoorbeeld de televisie die bij hen past. Dat kan tijdens reguliere openingstijden, maar mogelijk ook wanneer winkels gesloten zijn voor spontaan bezoek.
6. Gadgets en snufjes
“Een soort Kijkshop vol met de nieuwste gadgets.” Zo noemt Bijl de winkel B8ta (spreek uit als beeta). “Ze hebben er kleine series van vernieuwende producten en testen zo welke artikelen geschikt en aansprekend zijn voor een groter publiek. In Amsterdam hebben we in dit genre al Productpine.”
Bijl verwacht dat er meer testwinkels openen. Maar ook voor traditionele winkels ziet hij kansen op het gebied van technische snufjes. “Zo komen er jassen aan die vol zitten met technische mogelijkheden. Ze hebben bijvoorbeeld een verwarmingsfunctie. Zo’n niche kun je toevoegen in je kledingzaak.
Dat de techniek niet stilstaat, bewijst ook de onlangs geopende Amazon Salon in London. “Een kapperszaak van meer dan 1.500 m2. Er werken natuurlijk topkappers en er is van alles te koop, maar je kunt er ook naartoe om te ontdekken. Bijvoorbeeld virtueel je haar kleuren en zo bekijken wat je goed staat.”
7. Comeback van de SRV-wagen
Verwacht geen volgeladen XL-camper die op gezette tijden een bezoekje brengt aan jouw straat. Reken ook niet op een vrolijke chauffeur die al toeterend zijn komst bevestigt. Maar heus, de SRV-wagen staat voor een comeback. Aangepast aan het digitale tijdperk waarin we leven, dat wel. “Je ziet ze in China al rijden. Boodschappenwagens zonder bemanning. Consumenten kunnen er on demand gebruik van maken. Binnen werkt het als een AH to go; je kunt zelf je boodschappen scannen en afrekenen. In Nederland rijdt ook al jaren de Suittruck rond. Mannen kiezen zelf een plek en een tijdstip voor de aanschaf van een nieuw maatpak.”