financieringHet Centraal Planbureau analyseerde de effecten van de coronacrisis op het Nederlandse mkb en concludeert dat het beleidspakket van de overheid liquiditeitsschokken heeft opgevangen, maar dat er een extra liquiditeitsbehoefte van 12 miljard euro is ontstaan. Dit zal binnen zes maanden oplopen tot 30 miljard.

Het Centraal Planbureau (CPB) heeft de administratieve gegevens van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf uit 2018 gebruikt om omzetdalingen als gevolg van de coronacrisis voor individuele bedrijven in verschillende sectoren  te simuleren. De situatie van dat jaar moet voldoende representatief zijn voor het huidige mkb. Het Planbureau heeft vervolgens gekeken naar de liquiditeitsbehoefte van het mkb en heeft zijn bevindingen gepubliceerd in het rapport ‘Een stresstest van het Nederlandse mkb’. Daarin heeft de organisatie gekeken naar de liquiditeitsbehoefte van Nederlandse bedrijven als gevolg van de coronacrisis en de doorwerking daarvan in hun solvabiliteitspositie.

Noodsteun dempt schokken

Percentage bedrijven met extra liquiditeitsbehoefte (links) en geschatte liquiditeitsbehoefte voor verschillende scenario’s (CPB)

Schokken van de coronacrisis zijn tot op heden goed opgevangen door overheidsmaatregelen als de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), de tegemoetkoming schade COVID-19 (TOGS) en het uitstel van belastingbetalingen. Dit beleidspakket mitigeert de liquiditeitsbehoefte, maar de behoefte zal sterker stijgen naarmate de crisis voortduurt, waarschuwt het CPB. ‘Door de coronacrisis is er in de eerste 3 maanden bij 30 procent van het Nederlandse mkb een extra liquiditeitsbehoefte van minimaal 12 miljard euro ontstaan. Bij een voortdurende lage omzet zal dit binnen zes maanden oplopen tot 30 miljard bij bijna 50 procent van het Nederlandse mkb.’

Omdat er geen echte cashflowdata beschikbaar was voor de simulatie, heeft het CPB aan de hand van de winst- en verliesrekening de kaspositie van bedrijven berekend. ‘We gebruiken gegevens van de winst- en verliesrekening van alle Nederlandse mkb’ers en dienen in eerste instantie een ‘schok’ toe in de omzet van de bedrijven. In een tweede stap berekenen we het nieuwe bedrijfsresultaat ná de schok’, legt de organisatie uit. ‘Het beleidspakket heeft waarschijnlijk een zeer sterke daling in cash buffer days op kunnen vangen. Zo laat onze analyse zien het aantal cash buffer days na drie maanden voor het mediane bedrijf nauwelijks veranderd is.’

Onderschatting van solvabiliteistpositie

In de geschetste scenario’s daalt de solvabiliteitspositie van mkb’s slechts licht, maar dat is een onderschatting, waarschuwt het CPB. ‘We nemen bijvoorbeeld aan dat het eigen vermogen daalt met het bedrag van de liquide middelen. De noemer, het balanstotaal, daalt met de verandering van de liquide middelen en er komen geen nieuwe passiva in de vorm van verplichtingen bij. Dit leidt dus tot een overschatting van de solvabiliteitspositie, omdat we veronderstellen dat er geen nieuwe verplichtingen in de vorm van kredieten bijkomen die het balanstotaal vergroten. Bovendien is nog geen rekening gehouden met een daling in de waarde van de bestaande activa.’


Lees ook: Ondernemers en vakbonden blij met aanvullende afspraken noodpakket


 

De schrijvers van het rapport merken daarbij op dat de liquiditeitsbehoefte sterk verschilt per sector. ‘Niet alleen het percentage van bedrijven dat liquiditeit nodig heeft verschilt per sector, maar ook de hoeveelheid.’ De grootste behoefte ontstaat in de sectoren handel, industrie, advisering & onderzoek, en horeca. De organisatie noemt het verder opvallend dat de handel veruit het grootste gedeelte van de absolute liquiditeitsbehoefte voor zijn rekening neemt.

Bekijk hier het volledige rapport “Een stresstest van het Nederlandse mkb” via het Centraal Planbureau.

https://cmweb.nl/2020/06/extra-liquiditeitsbehoefte-mkb-loopt-door-coronacrisis-op-naar-30-miljard-euro/