Het kabinet heeft een heel pakket financiële maatregelen voor ondernemers in het leven geroepen om ondernemers te steunen. De belangrijkste steunmaatregelen van de overheid eindigen per 1 april 2022. Ook banken, gemeenten en bijvoorbeeld pensioenuitvoerders bieden financiële steun. Heeft u alle financiële maatregelen nog in beeld? Cm: zet de belangrijkste maatregelen voor u op een rij.
Bedrijven kunnen gebruik maken van de volgende regelingen.
Tegemoetkomingen inkomsten en salarissen
Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud: NOW-6
Voor het eerste kwartaal van 2022 is loonsteun NOW beschikbaar. De Rijksoverheid betaalt tot 90 procent van de loonkosten, afhankelijk van het omzetverlies, voor ondernemers die de omzet met minstens twintig procent zagen dalen door de geldende coronamaatregelen. Met deze regeling kunnen ze hun personeel doorbetalen en medewerkers behouden. De NOW 6 vergoedt net als de eerdere regelingen ook de salarissen van medewerkers met een flexibel contract.
De voorwaarden min of meer hetzelfde als bij de vorige periode van NOW, met een paar kleine afwijkingen. Zo mag de loonsom sinds de NOW 5 met 15 procent dalen zonder gevolgen, in plaats van 10 procent. De nieuwe referentiemaand voor de loonsom is september 2021. Ondernemers kunnen een aanvraag bij UWV indienen.
NOW voor starters
Ook voor ondernemers die tijdens de coronacrisis de deuren hebben geopend, is nu steun beschikbaar. Startende ondernemers die uiterlijk 30 september 2021 zijn begonnen kunnen een voorschot aanvragen voor de NOW 5-subsidie. Voor de NOW 5 is circa 1,5 miljard euro gereserveerd.
Tegemoetkoming vaste lasten mkb (TVL)
Mkb-ondernemers in onder meer de horeca, recreatie, evenementen, kermissen, podia en theaters krijgen – bovenop de tegemoetkoming loonkosten (NOW) – een tegemoetkoming van het Ministerie van EZK om hun vaste materiële kosten te kunnen betalen. De steun was eerder beëindigd met het aflopen van het derde kwartaal, maar is teruggekeerd vanwege de beperkende maatregelen die in november 2021 werden ingesteld. De maximale steun was teruggeschroefd naar 85 procent voor ondernemers die een omzetverlies van minimaal 20 procent verwachten (dat was eerder 30 procent), maar is eind november weer opgehoogd naar het eerdere niveau van 100 procent.
Dat vergoedingspercentage blijft gelden voor TVL van het eerste kwartaal van 2022. Deze steun kan worden aangevraagd van 28 februari tot 31 maart 17.00 uur bij RVO. Het maximumbedrag dat een mkb kan ontvangen is 550.000 euro en bij grote ondernemingen is de bovengrens 600.000 euro
TVL voor starters
Ondernemers die tussen 1 oktober 2019 en 30 juni 2020 zijn gestart met hun bedrijf, kwamen voorheen niet in aanmerking voor een subsidie voor de vaste lasten, omdat ze nog geen omzet hadden voor de referentieperiode die werd gehanteerd, of omdat ze per 15 maart 2020 nog niet stonden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Sinds 31 mei 2021 kunnen startende ondernemers via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de subsidie aanvragen.
Specifieke steun cultuursector
Voor 2020 heeft de overheid 300 miljoen euro uitgetrokken voor culturele instellingen en makers. In 2021 werd dat 414 miljoen voor de eerste helft van het jaar. In het derde kwartaal van 2021 komt daar 147,25 miljoen euro bij vanwege de beperkende maatregelen. Een deel van dat geld gaat naar fondsen voor creatieve zzp’ers, die zwaar getroffen werden door de coronacrisis. Ook in het vierde kwartaal van 2021 is extra steun beschikbaar voor de sector, onder meer voor evenementen die geschrapt zijn. Eind november maakte het kabinet nog eens 68 miljoen euro vrij voor een specifiek steunpakket om de culturele sector te ondersteunen tot het eind van het jaar. Deze middelen behelzen een voortzetting van de eerdere specifieke steun: ondersteuning voor de BIS- en Erfgoedwetinstellingen en de meerjarig gefinancierde instellingen bij de Rijkscultuurfondsen, en ondersteuning voor makers via onder andere de rijkscultuurfondsen. De suppletieregeling bij het Fonds Podiumkunsten, die de capaciteitsbeperking in instellingen compenseert, wordt aangepast naar 85 procent van de kaarten.
ATE en TRSEC
De garantieregeling evenementen (TRSEC) en de Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) zijn verlengd tot en met 30 september 2022. De subsidies zijn nodig omdat het plannen en werven voor evenementen een lange aanlooptijd heeft. Evenementenorganisatoren vereisen daarom meer langetermijnperspectief. Deze regelingen treden in werking als de overheid evenementen verbiedt om coronabesmettingen te voorkomen.
Evenementen die tussen 10 juli en 31 december 2021 zijn verboden vanwege de coronamaatregelen komen in aanmerking voort ATE. De kosten voor de organisatie die zijn gemaakt tussen 20 januari 2021 en het evenementenverbod worden dan vergoed. Vaste kosten die los staan van het evenement, zoals de huur van een bedrijfspand en loonkosten voor vast personeel, worden niet vergoed met de ATE. Deze regeling is aan te vragen vanaf 28 februari 2022 tot en met 31 mei 2022 om 17.00 uur.
SEG: Evenementengarantie 2022
Per 2022 zijn de ATE en TRSEC samengevoegd in de nieuwe Subsidie Evenementengarantie 2022 (SEG). De subsidie voor evenementen in het eerste kwartaal is 90 procent van de kosten bij een evenementenverbod, met optie om de overigen 10 procent te lenen. Voor het tweede kwartaal van 2022 wordt dat 80 procent subsidie, 20 procent lenen.
Inmiddels geschrapt: Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS)
Ondernemers die direct zijn getroffen als gevolg van overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronacrisis en die hun omzet daardoor geheel of grotendeels zien verdwijnen, konden de regeling Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS) aanvragen. De tegemoetkoming kon tot en met 26 juni worden aangevraagd. De TOGS is opgevolgd door de Tegemoetkoming vaste lasten mkb (TVL). Ondernemers konden met ingang van 30 juni TVL aanvragen. Deze regeling is ook verlengd voor de periode vanaf 1 oktober.
Inmiddels geschrapt: Tijdelijke overbrugging flexibele arbeiders (TOFA)
Er was een tijdelijke overbruggingsregeling voor ontslagen flexwerkers (TOFA) die net buiten de bestaande coronamaatregelen vallen, maar deze regeling keert niet terug in het derde steunpakket. Flexibele arbeidskrachten die aan de voorwaarden voldeden konden een tegemoetkoming van 550 euro bruto per maand krijgen over de maanden maart, april en mei. Het drempelbedrag was vastgesteld op 400 euro bruto en flexwerkers die in april zeker 50 procent minder verdienden kunnen de tegemoetkoming krijgen.
Inmiddels aangepast: Vaste Lasten Nachtelijke Horeca (VLN)
In het vierde kwartaal van 2021 kunnen zwaar getroffen ondernemers gebruik maken van de Vaste Lasten Nachtelijke Horeca (VLN). Deze regeling volgt uit de TVL die aan het einde van het derde kwartaal afloopt. Om aanspraak te kunnen maken op de VLN, moet een ondernemer in het vierde kwartaal van 2021 minimaal 50 procent minder omzet maken dan in het vierde kwartaal van 2019. Daarnaast moet hij in het tweede en derde kwartaal van 2021 TVL hebben ontvangen. Hiermee richt het kabinet de regeling specifiek op bedrijven die langdurig omzetverlies lijden en geen reserves hebben kunnen opbouwen. Inmiddels is deze regeling overgegaan in de nieuwe TVL.
Eerdere versies NOW (NOW 1 t/m 4)
Alle werkgevers die te maken hebben met tenminste 20 procent verwacht omzetverlies kunnen een beroep doen op de tijdelijke noodmaatregeling overbrugging voor werkbehoud. De loketten voor NOW 1.0 waren van 6 april tot en met 5 juni open. De loketten voor NOW 2.0 waren geopend vanaf maandag 6 juli tot en met 31 augustus. Het noodfonds is per 1 oktober met 9 maanden verlengd, in drie tijdvakken van drie maanden, onder aangepaste voorwaarden. De loketten voor NOW 3.0 waren geopend tot 27 december, de loketten voor de vierde periode tot en met 14 maart 2021.
De NOW-subsidie waarmee werkgevers hun personeel kunnen doorbetalen is begin 2021 verhoogd. De vergoeding ging van 80 naar 85 procent van de loonsom. De loonsomvrijstelling blijft tien procent. Van 15 februari tot 14 maart kon de NOW 3.2 worden aangevraagd voor de maanden januari, februari en maart. Het loket voor de vijfde tranche (NOW 3.3) is geopend van 6 mei tot en met 30 juni.
De definitieve vaststelling van de subsidie kan worden aangevraagd op de volgende data:
Tranche | Openingsdatum loket definitieve vaststelling |
Sluitingsdatum loket definitieve vaststelling |
1 | 7 oktober 2020 | 31 oktober 2021 |
2 | 15 maart 2021 | 5 januari 2022 |
3 | 4 oktober 2021 | 26 juni 2022 |
4 | 31 januari 2022 | 23 oktober 2022 |
5 | 31 januari 2022 | 23 oktober 2022 |
Inmiddels is op 27 mei 2021 een 6e periode voor de NOW (NOW 4) aangekondigd. Een onderneming moet minimaal 20 procent omzetverlies hebben om in aanmerking te komen voor de subsidie. De loonsom mag maximaal tien procent dalen, maar een eventuele daling heeft ook gevolgen voor de hoogte van de steun bij de definitieve vaststelling. De steun is gerelateerd aan het omzetverlies en bedraagt maximaal 80 procent van de loonsom, zo kondigde het kabinet eind juni aan.
In de laatste periode van de NOW, juli tot en met september 2021, wordt de referentiemaand februari 2021. Het derde kwartaal is tevens de laatste periode van de NOW. Het kabinet maakte bekend de coronasteun te beëindigen aan het einde van het derde kwartaal, vanwege de opleving van de economie, de stijgende vaccinatiegraad en de forse daling van besmettingen en ziekenhuisopnames. Het loket voor aanvragen van NOW was geopend van 26 juli tot en met 30 september.
Eerdere versies TVL
Voor de eerste reeks binnen de TVL kwamen getroffen sectoren uit de eerdere TOGS-regeling in aanmerking, maar later is dat geopend voor alle sectoren. Bedrijven krijgen afhankelijk van de omvang van het bedrijf, de hoogte van de vaste kosten en de mate van omzetderving (minimaal 30 procent) een tegemoetkoming voor hun vaste lasten tot een maximum van 50.000 euro voor de periode van 1 juni tot 1 oktober 2020.
Sinds het vierde kwartaal van 2020 is de TVL opengesteld voor alle sectoren. De hoogte van de subsidie groeit sinds het vierde kwartaal mee met de omzetderving. Daarmee komt het kabinet tegemoet aan sectoren die met grote omzetverliezen te maken hebben gehad. Lees ook: Zo berekent u de hoogte van de TVL. Het kabinet breidde in 2021 de subsidie nog verder uit en meer ondernemingen kunnen aanspraak maken op TVL-steun. De nieuwe subsidiepercentages komen voor het eerste en tweede kwartaal van 2021 uit op 100 procent subsidie van de vaste lasten vanaf 30 procent omzetverlies, zo maakt het kabinet halverwege maart 2021 bekend. De eis van maximaal 250 medewerkers wordt losgelaten. Dat betekent dat ook grotere bedrijven aanspraak kunnen maken op de TVL. Daaraan gekoppeld gaat, vanaf het eerste kwartaal van dit jaar, het maximale subsidiebedrag omhoog van 90.000 euro naar 550.000 euro voor het mkb en 600.000 euro voor het niet-mkb.
Om ook kleine ondernemers zoals kappers en pedicures aanvullend te ondersteunen, gaat het minimale subsidiebedrag omhoog van 750 naar 1.500 euro. Daarnaast onderzoekt het kabinet de mogelijkheid om meer kleinere ondernemers toegang te geven tot de TVL. Met de uitbreiding van de TVL is een totaalbedrag van ongeveer 3,8 miljard euro gemoeid voor het eerste en tweede kwartaal van 2021. In maart kwam er nog eens 450 miljoen euro extra bij. Het loket voor het eerste kwartaal van 2021 is tot 18 mei geopend. Op 25 juni 2021 is het loket voor het tweede kwartaal van 2021 geopend. Daarin verandert de maximale vergoeding. Die gaat naar 100 procent. TVL loopt nog tot 1 oktober 2021, waarna de steun verdwijnt.
Ook grote bedrijven komen voor het eerste kwartaal van 2021 in aanmerking voor de steunregeling. Daarbij moet het omzetverlies ten minste 30 procent bedragen; moet de onderneming op 15 maart 2020 ingeschreven staan bij de KvK; en is de hoofdactiviteit in handelsregister onder de SBI-code 64.2, 64.30.3 of 70.10 van de Standaard Bedrijfsindeling en met een nevenactiviteit die in de bijlage opgenomen. Tot 10 juli 17.00 uur kunnen niet-mkb’s de steun aanvragen bij RVO.
Inmiddels geschrapt: Besluit tijdelijke ondersteuning zelfstandigen (TOZO)
Deze tijdelijke regeling ondersteuning zelfstandigen is aanvullend op de overige maatregelen die worden getroffen in fiscaliteit en in de borgstellingssfeer voor ondernemers en is geënt op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Deze regeling voor zelfstandige ondernemers met financiële problemen wordt uitgevoerd door gemeenten. Er zijn 2 vormen van ondersteuning mogelijk:
- de gemeente biedt voor maximaal 3 maanden inkomensondersteuning tot aan het sociaal minimum;
- daarnaast kan een lening voor bedrijfskapitaal worden aangevraagd.
Uitgangspunt is een eenvoudige regeling die het mogelijk maakt dat gemeenten binnen 4 weken na aanmelding kunnen beschikken. De regeling (Tozo 1) is inmiddels met 4 maanden verlengd tot en met 30 september. De nieuwe regeling (Tozo 2) heeft aangepaste voorwaarden. Ook de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemer (Tozo) wordt met het nieuwe steun- en herstelplan met 9 maanden verlengd, zo kondigt het kabinet aan. De eerder aangekondigde vermogenstoets is daarbij uitgesteld tot 1 april 2021 wegens de nieuwe maatregelen met het oog op de opleving van virusbesmettingen in Nederland.
Voor de Tozo 3 geldt dat ondernemers deze uitkering vanaf 1 februari 2021 kunnen aanvragen met terugwerkende kracht vanaf de voorafgaande maand: op 1 februari 2021 kan een ondernemer dus Tozo aanvragen vanaf 1 januari 2021. Op 1 maart 2021 kan de Tozo vanaf 1 februari worden aangevraagd.
Per 1 april gaat de verlengde Tozo in. In deze zogenoemde vierde verlenging zou sprake zijn van een vermogenstoets. Het kabinet ziet echter af van de invoering daarvan. Wel zal ook bij Tozo 4 een aanvraag met terugwerkende kracht gelden. Op 1 mei 2021 kan een ondernemer dus Tozo aanvragen vanaf 1 april. Het is niet mogelijk om vanuit Tozo 4 nog aanvragen te doen voor Tozo 3 (in de maanden januari tot en met maart 2021).
De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers wordt verlengd tot 1 oktober 2021 (Tozo 5) en ook deze maatregel is daarna afgelopen. De voorwaarden ervan veranderen niet. De kaders voor terugbetaling van de lening bedrijfskapitaal worden volgens het kabinet versoepeld. Er zou worden gestart met terugbetalen van de Tozo-lening voor bedrijfskapitaal vanaf 1 juli 2021, maar dat wordt uitgesteld naar 1 januari 2022. In die zes maanden wordt geen rente opgebouwd en wordt de looptijd van 42 maanden verlengd naar 60 maanden.
Inmiddels geschrapt: Voorraadvergoeding detailhandel
Het kabinet verlengt en verhoogt de voorraadvergoeding voor de detailhandel. Vanwege de verlenging van de lockdown zitten veel winkels bijvoorbeeld met moeilijk verkoopbare wintercollecties. De subsidie zal in de eerste twee kwartalen van 2021 neerkomen op een opslag van 21 procent op het vastelastenpercentage in de TVL (voorheen 5,6%), tot maximaal 200.000 euro.
Inmiddels geschrapt: Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
Het kabinet beseft ook dat niet iedereen geholpen is door deze maatregelen en dat er mensen tussen wal en schip kunnen belanden. Via de gemeenten wordt extra hulp geboden door tijdelijke ondersteuning van noodzakelijke kosten als deze door inkomensterugval niet meer betaald kunnen worden. Het kan gaan om zelfstandigen die veel van hun opdrachten zien verdwijnen, of werknemers die vanwege quarantaine inkomsten mislopen. Het kabinet reserveert hiervoor 260 miljoen euro in het eerste half jaar van 2021 (aanvankelijk 130 miljoen). Sinds begin maart zijn de meeste gemeenten de bedragen uit gaan keren en mensen kunnen de uitkering met terugwerkende kracht aanvragen voor het hele eerste half jaar van 2021.
Het kabinet heeft op 27 mei 2021 besloten om de TONK te verlengen tot en met het derde kwartaal van 2021, waardoor het aanvragen van de TONK ook nog over de periode juli tot en met september 2021 mogelijk is.
Inmiddels geschrapt: Horeca Voorraad Aanpassingen opslag (HVA)
In het laatste kwartaal van 2020 krijgen verplicht gesloten horecaondernemingen eenmalig een opslag van 2,8 procent van hun omzetverlies van oktober tot en met november. Met deze opslag komt de overheid tegemoet aan het verlies van onder meert bederfelijke voorraad en de aanleg en overkapping van een buitenterras. De HVA wordt tegelijk met TVL berekend. Event-catering en hotel-restaurants zijn uitgesloten van de HVA en ondernemers krijgen deze extra subsidie alleen als ze voldoen aan de voorwaarden voor de TVL. De Eenmalige opslag voor voorraad- en aanpassingskosten horeca wordt vrijgesteld van inkomsten- en vennootschapsbelasting. Eind 2021 is besloten dat deze regeling niet terugkeert ondanks de nieuwe harde lockdown.
Verouderd: Coulance WW-premiedifferentiatie
Het coulanceregime voor het op orde brengen van de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd om in aanmerking te komen voor de lage WW-premie, is verlengd tot 1 juli 2020 (dit was 1 april). Als op die datum de administratie niet op orde is, maar de arbeidsovereenkomst wel voortduurt, is met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 alsnog de hoge WW-premie verschuldigd.
Verouderd: Geen herziening WW-premie op grond van overwerk in 2020
Krijgt een werknemer met een arbeidscontract voor gemiddeld minder dan 35 uur per week, in een kalenderjaar meer dan 30 procent uren meer verloond dan het aantal uren waarvoor hij een arbeidscontract heeft? Dan betaalt u met terugwerkende kracht de hoge WW-premie.
Door het coronavirus kan dit onbedoelde gevolgen hebben voor sectoren waar nu veel extra overwerk nodig is. Bijvoorbeeld in de zorg. Om deze onbedoelde gevolgen weg te nemen is de regeling tijdelijk aangepast. In 2020 hoeft geen enkele werkgever (ongeacht sector) in deze situatie met terugwerkende kracht de hoge WW-premie te betalen. In 2021 moet dat weer wel.
Belastingmaatregelen
Terugbetaling
De terugbetaaltermijn is verlengd, van drie naar vijf jaar en de voorwaarden zijn versoepeld. De invorderingsrente, een prikkel om belastingschulden op tijd te betalen, gaat stapsgewijs naar het oude niveau. Wel krijgen ondernemers sinds november 2021 een half jaar langer deze ruimte. Dit betekent dat op 1 juli 2022, in plaats van 1 januari, het percentage invorderingsrente op 1 procent in plaats van 4 procent wordt vastgesteld, en vervolgens stapsgewijs omhoog gaat tot 4 procent op 1 januari 2024.
Uitstel van betalingen van belastingen
Ondernemers en zzp’ers die in liquiditeitsproblemen verkeren kunnen gemakkelijk uitstel van betaling vragen voor alle aanslagen inkomstenbelasting, Zorgverzekeringswet, vennootschapsbelasting, loonheffingen en omzetbelasting (btw), kansspelbelasting, accijns, verbruiksbelasting alcoholvrije dranken, assurantiebelasting, verhuurderheffing, BPM voor vergunninghouders (vanaf tijdvak mei 2020), energie- en andere milieubelastingen en vergelijkbare belastingen in Caribisch Nederland. Voor de energiebelasting is een aparte regeling getroffen zodat het uitstel ook voordeel oplevert voor afnemers van elektriciteit en aardgas die in de financiële problemen komen. Lees ook Betalingsproblemen door coronavirus? Zo vraagt u vereenvoudigd uitstel van betaling aan bij de Belastingdienst.
Het belastinguitstel voor ondernemers is beëindigd per 1 april 2022. Terugbetaling start in oktober met zestig maandelijkse termijnen. De invorderingsrente gaat vanaf 1 juli 2022 stapsgewijs omhoog richting het normale niveau van 4 procent. Ondernemers krijgen daarom een half jaar langer niet te maken met deze prikkel om op tijd belastingen te betalen. Dit betekent dat op 1 juli 2022 het percentage invorderingsrente naar 1 procent gaat, op 1 januari 2023 naar 2 procent, om vervolgens in twee stappen uit te komen op 4 procent op 1 januari 2024.
Gericht kwijtschelden schulden
De Belastingdienst wil daarnaast samen met schuldeisers en schuldhulpverleners – als onderdeel van het Time-out arrangement (TOA) – soepeler gaan kijken naar het gericht kwijtschelden van (belasting)schulden, voor als een terugbetalingsregeling niet voldoende is. Doel is dat dit in het tweede kwartaal van dit jaar gereed is. De Belastingdienst zal in afwachting hiervan al ingediende saneringsverzoeken aanhouden als de ondernemer daarom vraagt.
Aparte betalingsonmacht niet meer nodig
Het Ministerie van Financiën heeft goedgekeurd dat een aparte melding betalingsonmacht niet meer nodig is als de vennootschap (of een andere vpb-plichtige rechtspersoon) om uitstel van betaling in verband met de coronacrisis gaat vragen voor loonheffingen en/of omzetbelasting. Dit geldt voor zowel de al verstreken tijdvakken als voor de toekomst.
Deblokkeren G-rekening
Aannemers of bedrijven die personeel uitzenden, uitlenen of detacheren en G-rekeningen gebruiken, kunnen de Belastingdienst verzoeken deze rekeningen te laten deblokkeren. Normaal wordt dan alleen het zogenoemde overschot op de G-rekening vrijgegeven. Door de coronacrisis kunnen tijdelijk ook bedragen worden vrijgegeven die zijn gereserveerd voor reeds opgelegde naheffingsaanslagen loonheffingen of btw. Voor die aanslagen moet u dan wel eerst bijzonder uitstel van betaling vragen vanwege de coronacrisis.
Tijdelijke verlaging invorderingsrente
De invorderingsrente is voor alle ondernemers en zzp’ers verlaagd vanaf 23 maart 2020 van 4 procent naar 0,01 procent. Deze renteverlaging is verlengd tot en met medio 2022. De invorderingsrente, een prikkel om belastingschulden op tijd te betalen, gaat daarna stapsgewijs naar het oude niveau. Dit betekent dat op 1 juli 2022 het percentage invorderingsrente op 1 procent in plaats van 4 procent wordt vastgesteld, en vervolgens stapsgewijs omhoog gaat tot 4 procent op 1 januari 2024.
Tijdelijke verlaging tarief van de belastingrente
Het tarief van de belastingrente is vanaf 1 juni 2020 verlaagd naar 0,01 procent (was 8 procent voor vennootschapsbelasting en 4 procent overige belastingen). Het tarief voor de inkomstenbelasting wijzigt per 1 juli 2020. Per 1 oktober 2020 is het tarief van de belastingrente voor alle belastingen (ook de vennootschapsbelasting) 4 procent om ondernemers te stimuleren om op tijd aangifte te doen.
Wijziging voorlopige aanslag
Het wordt voor ondernemers een zzp’ers gemakkelijk gemaakt de voorlopige aanslag aan te passen aan de veranderde inkomsten.
Toerismebelasting
Wordt nader bezien in overleg met gemeenten.
Verlaging gebruikelijk loon dga
Bent u aanmerkelijkbelanghouder van bijvoorbeeld een bv of nv, dan geldt voor u de gebruikelijkloonregeling. Deze regeling bepaalt hoe hoog uw loon minimaal moet zijn. Over dat bedrag houdt uw vennootschap loonheffingen in, ook als uw onderneming minder of geen omzet behaalt. Hebt u als gevolg van de coronacrisis te maken met een omzetdaling, dan mag u onder voorwaarden in 2020 uitgaan van een lager gebruikelijk loon evenredig aan de omzetdaling.
De formule is: Gebruikelijk loon 2020 = A x B/C
A = het gebruikelijk loon over 2019
B = de omzet over de eerste vier kalendermaanden van 2020
C = de omzet over de eerste vier kalendermaanden van 2019
Ondernemers die als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een omzetdaling, kunnen in 2021 weer het zogenaamde gebruikelijk loon lager vaststellen. Hier zijn wel nieuwe voorwaarden aan verbonden, vergelijkbaar zoals bij andere steunmaatregelen.
Versoepeling urencriterium
Om te voorkomen dat ondernemers het recht op de zelfstandigenaftrek verliezen zal de Belastingdienst er van 1 maart 2020 tot 1 juli 2021 van uitgaan dat ondernemers ten minste 24 uren per week aan de onderneming hebben besteed, ook als ze die uren niet daadwerkelijk hebben besteed. Voor ondernemers die sterk seizoensafhankelijk werken, zoals in de horeca of festivalbranche, wordt ook geregeld dat ze onder de versoepeling vallen.
Thuiswerkvergoeding
Het is goed mogelijk dat we in de toekomst meer gaan thuiswerken. Daarom onderzoekt het kabinet voor na de crisis de vormgeving van belastingmaatregelen waarmee werkgevers thuiswerkkosten kunnen vergoeden. Daarbij wordt ook gekeken naar de samenhang met bestaande reiskostenvergoedingen.
Verhoging vrije ruimte Werkkostenregeling
Via de werkkostenregeling kunnen werkgevers onbelaste vergoedingen aan werknemers geven. De werkkostenregeling wordt opnieuw verruimd, net zoals vorig jaar. De vrije ruimte die werkgevers hebben om deze onbelaste vergoedingen te geven wordt eenmalig verhoogd van 1,7 procent naar 3 procent voor de eerste 400.000 euro van de loonsom per werkgever.
Vaste reiskostenvergoeding onbelast
Werkgevers die reiskosten vergoeden van werknemers die nu grotendeels thuiswerken, mogen deze vergoeding onbelast door laten lopen. Voorwaarde is wel dat het vaste vergoedingen betreft die al voor 13 maart 2020 door de werkgever werden toegekend. Deze maatregel loopt vanwege de nieuwe lockdown die eind december werd ingevoerd nog tot 1 oktober 2021 door.
Fiscale coronareserve in de vennootschapsbelasting
Het kabinet maakt het mogelijk om voor de vennootschapsbelasting het verwachte verlies voor het jaar 2020 door de coronacrisis als fiscale coronareserve ten laste van de winst van het jaar 2019 te brengen. Hierbij geldt dat deze coronareserve niet hoger mag zijn dan de winst van 2019.
Verlenging verschillende andere belastingmaatregelen
Ook verschillende andere belastingmaatregelen worden verlengd tot 1 juli 2021, zoals het btw-nultarief op mondkapjes en het fiscaal mogelijk maken van de betaalpauze voor hypotheekverplichtingen.
Versoepeling kredieten
Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) uitgebreid
Het kabinet heeft een tijdelijke faciliteit (1 jaar) opengesteld voor mkb-bedrijven die getroffen zijn door de uitbraak van het coronavirus. Voor deze maatregel is de omvang van het borgstellingskrediet in de BMKB verhoogd van 50 naar 75 procent. Deze maatregel is bestemd voor overbruggingskrediet of verhoging rekeningcourantkrediet bij een financier, met een maximale looptijd van 2 jaar. De financier is verplicht om, naast een kredietovereenkomst die onder de borgstelling wordt gebracht, tegelijkertijd met de mkb-ondernemer een kredietovereenkomst te sluiten, waar geen bedrijfsborgstelling voor geldt.
De hoofdregel is dat deze kredietovereenkomst minimaal 100 procent bedraagt van het krediet dat onder de borgstelling wordt gebracht. De verhouding is dan 1:1. Voor bepaalde categorieën ondernemers geldt een ander percentage. De provisie is verlaagd van 3,9% naar 2%. Ondanks het beëindigen van de generieke steun op 1 april 2022, blijven KKC, BMKB-C en GO-C blijven bestaan en zijn ze uitgebreid voor herstelinvesteringen.
Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL) uitgebreid
Deze tijdelijke verruiming richt zich op de reguliere landbouwborgstellingskredieten en houdt in dat de staat voor 70 procent borg staat voor het gehele kredietbedrag dat door de financier wordt verstrekt. Dit is een verhoging van 50 procent. Mkb-landbouwbedrijven kunnen de verruiming gebruiken om bij een financier een overbruggingskrediet of verhoging rekeningcourantkrediet met een maximale looptijd van twee jaar te verkrijgen. Ook een aantal overige voorwaarden is versoepeld.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) verruimd en uitgebreid met GO-C
De hoogte van de lening waarvoor de GO garant staat, is verhoogd van 50 miljoen naar 150 miljoen euro. Het garantiepercentage is 50 procent. De verruiming van de GO geldt vanaf 28 maart 2020. Het kabinet heeft besloten tijdelijk een coronamodule voor garantie op bankleningen aan de GO toe te voegen (GO-C). Het garantiepercentage van GO-C zal 80 procent (grootbedrijven met een omzet vanaf 50 miljoen euro), respectievelijk 90 procent (mkb-ondernemingen met een omzet tot 50 miljoen euro) bedragen. GO-C leningen hebben een maximale looptijd van drie jaar. De GO-C zal naar verwachting ook toepasbaar zijn op kredieten die vanaf 24 maart 2020 tot de datum van inwerkingtreding van de regeling zijn verstrekt. Voor 2021 250 miljoen heeft het kabinet euro beschikbaar gesteld. De GO zelf is verlengd tot 1 juli 2023. Ondanks het beëindigen van de generieke steun op 1 april 2022, blijven KKC, BMKB-C en GO-C blijven bestaan en zijn ze uitgebreid voor herstelinvesteringen.
Lees: Garantie Ondernemingsfinanciering: dit zijn de voorwaarden
Qredits verlaagt rente en verleent uitstel
Het kabinet ondersteunt Qredits financieel met een aanvullend bedrag van maximaal 6 miljoen euro. Qredits berekent daardoor maximaal 6 maanden een lagere rente van 2 procent en verleent uitstel van aflossingsverplichtingen.
Qredits en TOA
Ook is 200 miljoen euro vrijgemaakt voor mkb’s die op de rand van faillissement verkeren en de WHOA gebruiken om afspraken te maken met schuldeisers. Dit is bedoeld om bedrijven te helpen levensvatbare activiteiten op te starten als de crisis voorbij is. Het gaat hierbij om kredietverstrekking met een looptijd van tot ongeveer 10 jaar en gemiddelde bedragen tussen de 75.000 en 100.000 euro. Het verstrekken ervan is belegd bij Qredits.
Klein Krediet Corona (KKC) Garantieregeling
De Nederlandse overheid gaat voor 95 procent garant staan voor 750 miljoen aan overbruggingskredieten voor kleine ondernemingen met een relatief kleine financieringsbehoefte (van 10.000 tot 50.000 euro). De lening staat open voor ondernemers met een omzet vanaf 50.000 euro die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en die zijn ingeschreven in de KVK voor 1 januari 2019. Voor de KKC is in december 2020 een wijziging opgenomen om een stapeling van KKC-kredieten mogelijk te maken tot het huidige maximum voor KKC-kredieten van 50.000 euro.
De looptijd is maximaal 5 jaar, en de rente bedraagt maximaal 4 procent. Daarnaast betalen ondernemers aan de staat een eenmalige premie van 2 procent als vergoeding. Het feit dat de financiers nog steeds 5 procent van het risico dragen, zorgt voor een zorgvuldige risicobeoordeling, zodat de leningen worden verstrekt aan in de kern gezonde bedrijven met voldoende terugbetaalcapaciteit. Banken houden zich aan de Gedragscode Kleinzakelijke kredietverlening.
Het KKC-overbruggingskrediet kan nu aangevraagd worden. Aanvragen zijn in te dienen via KKC-pagina’s van de betreffende bank, zoals op de volgende pagina’s van de Rabobank, ABN AMRO, ING en Triodos. Ondanks het beëindigen van de generieke steun op 1 april 2022, blijven KKC, BMKB-C en GO-C blijven bestaan en zijn ze uitgebreid voor herstelinvesteringen.
COL-regeling voor start-ups en scale-ups
De Corona-OverbruggingsLening (COL-faciliteit) is bedoeld voor startups, scale-ups en innovatieve mkb’ers. Het gaat hierbij om bedrijven, die overwegend met extern eigen vermogen gefinancierd zijn. Daarnaast staat de COL-faciliteit onder condities open voor mkb-ers die de afgelopen jaren hun groei hebben gefinancierd met intern eigen vermogen, zoals ingehouden winsten, en die geen bancaire financieringsrelatie hebben (met uitzondering van een beperkte bancaire rekening-courantverhouding). De Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zullen deze kredieten verstrekken.
De Corona Overbruggingslening (COL) die bijdraagt aan de verbetering van de liquiditeitspositie van innovatieve bedrijven (startups en scale-ups) krijgt vanwege het grote aantal ingediende aanvragen een tweede tranche van 150 miljoen euro. Er is een derde tranche vanaf 4 januari 2021 waarvoor 300 miljoen euro beschikbaar is gesteld.
Gepubliceerd op 23 maart 2020, geactualiseerd op 28 februari 2022.