Nederlandse huishoudens verloren in de eerste drie kwartalen van 2022 veel vermogen in beleggingsfondsen, blijkt uit cijfers van DNB. Door dalende beurskoersen en stijgende rentes slonk de omvang van de beleggingen in fondsen in de eerste negen maanden van dit jaar met EUR 18,3 miljard (-15,9%) naar EUR 97,3 miljard.
De waardedaling in 2022 op beleggingsfondsen is de grootste ooit gemeten, zowel in relatieve als absolute zin (DNB houdt de statistieken vanaf 2009 bij). De daling komt bovenop de verliezen op beleggingen in individuele aandelen die Nederlandse huishoudens dit jaar leden.
Over heel 2022 is de afnemende omvang van beleggingen van huishoudens in beleggingsfondsen stelselmatig. Bereikte de omvang van deze beleggingen eind 2021 nog een piek van EUR 115,6 miljard, in het eerste kwartaal van 2022 slonk de omvang van de fondsposities met EUR 5,9 miljard, gevolgd door een afname van EUR 10,3 miljard in het kwartaal daarop en een afname met EUR 2,1 miljard in het derde kwartaal. De huidige omvang van september 2022 komt uit op EUR 97,3 miljard en is vergelijkbaar met die in december 2017.
Grootste afname bij aandelenfondsen
Eind september 2022 belegden Nederlandse huishoudens voor EUR 97,3 miljard in binnen- en buitenlandse beleggingsfondsen. Deze beleggingen zitten hoofdzakelijk in aandelenfondsen met wereldwijde spreiding, met een belegd vermogen van EUR 35,4 miljard (36,4% van de totale posities in fondsen). Naast andere aandelenfondsen en gemengde fondsen zijn ook posities in obligatiefondsen met EUR 20,7 miljard omvangrijk (21,3% van het totaal). De beleggingsfondsen waarin het meest wordt belegd zijn hoofdzakelijk binnenlandse fondsen.
Hoewel in de eerste drie kwartalen van 2022 de waarde van de obligatiefondsen afnam met in totaal EUR 1,8 miljard (-8,5%) waren met name de verliezen op alle aandelenfondsen met EUR 12,5 miljard omvangrijk (-20,0%). Zeker in vergelijking met de toonaangevende MSCI World Index, samengesteld uit ruim 1500 aandelen uit 23 landen, die in dezelfde periode ‘slechts’ 14,6% verloor. Een betere graadmeter om de verliezen op aandelenfondsen in context te plaatsen is de AEX-index, welke in de eerste drie kwartalen van 2022 19,7% verloor.
Ook in het derde kwartaal van 2022 bestond de afname van het belegd vermogen van huishoudens vooral uit verliezen op aandelenfondsen van EUR 3,7 miljard (-7,1%).
Naast beleggingen in fondsen zagen huishoudens de waarde van hun aandelenportefeuille in de loop van 2022 afnemen met EUR 11,9 miljard tot EUR 50,3 miljard (-19,1%).
Aan- en verkoopgedrag bij beleggingsfondsen
Over 2022 waren de aan- en verkopen bij beleggingsfondsen samengenomen, per saldo, nagenoeg gelijk (+EUR 79 miljoen). Opvallend is dat in juli 2022 huishoudens massaal posities in beleggingsfondsen verkochten: in totaal werd er deze maand voor netto EUR 536 miljoen verkocht. Dit valt samen met de periode waarin de ECB voor het eerst haar belangrijkste rentetarief verhoogde.
Dergelijke uitstromen uit beleggingsfondsen zijn uitzonderlijk. Alleen in maart 2020, toen de coronapandemie uitbrak, waren de netto verkopen van fondsen groter (EUR 629 miljoen). Verder deden huishoudens in 2021 juist relatief grote netto aankopen van beleggingsfondsen. Over heel 2021 waren deze in totaal EUR 3,6 miljard, tegenover de uiteindelijk ‘kleine’ netto verkopen van EUR 343 miljoen in 2020.
Posities beleggingsfondsen huishoudens in perspectief
Volgens cijfers van het CBS telt Nederland 8,1 miljoen particuliere huishouden, waarvan volgens de AFM 1,9 miljoen huishoudens beleggen. De totale beleggingen in effecten (beursgenoteerde aandelen, beleggingsfondsen en obligaties gezamenlijk) bedroegen EUR 152,7 miljard in het derde kwartaal van 2022, waarvan 63,7% aangehouden beleggingsfondsvermogen betreft. Daartegenover omvatte het totale spaargeld van Nederlandse huishoudens EUR 422,5 miljard.
Buiten het vermogen in participaties van beleggingsfondsen (EUR 97,3 miljard) bezaten Nederlandse huishoudens EUR 50,3 miljard in beursgenoteerde aandelen en EUR 5,0 miljard in obligaties. Nederlandse huishoudens hebben daarnaast nog een omvangrijk vermogen via pensioenfondsen, verzekeraars en de huizenmarkt dat buiten beschouwing is gelaten.