De Radboud Universiteit heeft in opdracht van het Ministerie van Financiën onderzoek gedaan naar niet-bancaire kredietverlening aan kleinzakelijke klanten. Het onderzoek was specifiek gericht op de markt voor online directe kredietverlening (direct lending) aan zzp’ers en mkb’ers voor kleine leningen en korte looptijden

Brief van 27 oktober
Naar aanleiding van het uitgebrachte rapport stuurde de Minister van Financiën op 27 oktober jl. een brief aan de Tweede Kamer. In deze brief memoreert hij dat in Wet op het financieel toezicht (Wft) in beperkte mate bescherming plaats vindt van kleinzakelijke klanten (zzp-ers en mkb).

Dat is iets wat rondom het opzeggen en weigeren van bankrekeningen pijnlijk te zien is (lees daar meer over).

Uit een openbare consultatie in 2016 is gebleken dat een effectievere bescherming van kleinzakelijke klanten door de respondenten wenselijk wordt geacht. De vorige Minister van Financiën heeft gekozen voor zelfregulering, wat heeft geleid tot de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering van de NVB en de Gedragscode MKB Financiers van Stichting MKB Financiering. De huidige Minister meent in de brief dat de positie van kleinzakelijke klanten daardoor is versterkt.

Al staat me bij gelezen te hebben dat Nederlandse banken nauwelijks financieringen aan het mkb verschaffen.

Het onderzoek door de Radboud Universiteit is gedaan naar aanleiding van een in 2018 door de Tweede Kamer aangenomen motie. Daarin werd verzocht onderzoek in te stellen naar de vraag of bij niet-bancaire kredietverlening aan zzp-ers en mkb-ondernemers sprake is van excessen in bijvoorbeeld voorwaarden en rentes. Voor zover dat het geval zou zijn werd gevraagd te bezien op welke wijze deze excessen adequaat kunnen worden tegengegaan.

De Minister meldt dat uit het onderzoek is gebleken dat dertien kredietverstrekkers actief zijn op de Nederlandse markt, waarvan vier Skandinavische fintech-bedrijven. De Minister uit een aantal zorgen:

  • Het is de vraag of ondernemers een goede afweging kunnen maken bij hun keuze voor een kredietverstrekker.
  • Ten tweede heeft hij zorgen over de kosten die in rekening worden gebracht. De achtergrondchecks zijn niet altijd even grondig.

De Minister wil nader in het onderwerp duiken en overweegt tot wetgeving te komen:

Ik zie in het rapport aanleiding om te onderzoeken of er aanleiding is om in te grijpen in deze markt door middel van wetgeving. Dat is een ingrijpende maatregel, omdat dit een principiële wijziging van het wettelijk stelsel behelst, dat nu enkel gericht is op bescherming van consumenten. Ook heeft een wettelijk ingrijpen op deze specifieke markt mogelijk gevolgen voor de keuzevrijheid van ondernemers.

Maar eerst wil hij nog verder op onderzoek uit:

Voordat daartoe besloten wordt, wil ik nader onderzoeken of ondernemers door deze hoge kosten in de financiële problemen komen. Ook wil ik overwegen welke instrumenten, naast wet- en regelgeving, eventueel ook doeltreffend of wellicht doeltreffender zijn. Tot slot moet worden uitgezocht of met nationale regelgeving afdoende bescherming wordt geboden tegen buitenlandse aanbieders die actief kunnen zijn op de Nederlandse markt.

Om meer inzicht te krijgen in de mate waarin deze vorm van kredietverlening ook daadwerkelijk bij ondernemers tot problemen leidt, ga ik in gesprek met de betrokken partijen. Ik wil van vertegenwoordigers van mkb-ers en zzp-ers weten of deze hoge kosten tot grootschalige problemen leiden, en of zzp-ers en mkb-ers het wenselijk achten om op enigerlei wijze maatregelen te treffen, mede gezien de hierboven benoemde ontwikkelingen sinds de consultatie op het gebied van zelfregulering. Ik roep de groep kredietverstrekkers ondertussen met klem op om zelf maatregelen te treffen met als doel het verantwoord verstrekken van financiering.

 

Meer informatie:

https://ellentimmer.com/2020/11/11/niet-bancaire-kredietverlening/