De klappen van de coronacrisis zijn hard en pijnlijk voor de vele kleine ondernemers in Nederland. Zie maar eens te overleven als je elke verdiende cent in je onderneming hebt gestoken en nauwelijks een buffer hebt opgebouwd. Om hun bedrijf te redden kloppen veel van die kleine ondernemers aan bij Qredits in Almelo.
‘Help ons, Qredits!’
Om die mensen en hun bedrijven door de crisis heen te slepen, heeft Qredits het Corona-overbruggingskrediet in het leven geroepen. De stichting is nog altijd vooral verstrekker van microkredieten, ofwel kleinere leningen, maar de laatste maanden vormt Qredits vaak een steun in de rug voor de noodlijdende ondernemers.
Met dank aan de Nederlandse regering, want het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat leende Qredits daarvoor midden in de zomer 25 miljoen euro. Inmiddels is ruim de helft van het bedrag al bij noodlijdende ondernemingen op de rekening gestort.
„Al had het bedrag ruimschoots op kunnen zijn, als we echt alle aanvragen hadden goedgekeurd”, zegt Roy Spit, operationeel directeur en bestuurder van Qredits.
Bijna 1.800 aanvragen
Honderden bedrijfjes klopten de laatste maanden aan in Almelo voor overbruggingskredieten. Afgelopen week stond de teller op bijna 1.800 aanvragen. Het grootste deel van die aanvragen (ongeveer 14,5 procent) komt uit de horecawereld.
„De overheid zorgt deze dagen zelf ook voor ondersteuning. Zo is er een steunpakket en zijn de belastingen tijdelijk opgeschort”, geeft Spit aan. „Maar uiteindelijk moeten die bedragen toch betaald worden en met eenmalig 4.000 euro redt een onderneming het ook niet lang, als de omzet uitblijft.”
De hulpvragers zijn ondernemers die vaak niet bij de gewone bank terechtkunnen, aldus de operationeel directeur. „Als zo’n bedrijf hulp nodig heeft, wil de bank meestal in de boeken kunnen zien dat de onderneming vóór de coronacrisis over een stevig eigen vermogen beschikte en altijd zwarte cijfers schreef. Grote bedrijven hebben die spaarpot vaak wel, maar een huiskapper waarschijnlijk niet. Die heeft elke cent nodig om de werkruimte up-to-date te houden en brood op de plank te krijgen.”